Dit artikel is het vierde deel van een reeks over de geschiedenis van autisme in de Verenigde Staten. In dit deel staan psycholoog Ole Ivar Lovaas en de geschiedenis van applied behavior analysis (ABA) centraal.
Het Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme volume 2 2024 opent met het eerste grootschalige en meerjarige onderzoek onder autistische bachelorstudenten in Nederland met als auteur Dr Theo Bakker. De resultaten tonen aan dat het studiesucces van de studenten met ASS niet verschilt van medestudenten wanneer er gecorrigeerd wordt een aantal achtergrondkenmerken.
Mensen met autisme en naasten worden steeds vaker betrokken bij (onderzoeks)projecten in verschillende rollen en met verschillende niveaus van participatie. Het Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme (WTA) volume 1 2024 opent met een evaluatie van de samenwerking tussen mensen met autisme, hun naasten, zorg- en onderwijsprofessionals en onderzoekers binnen de projectgroepen van de Academische Werkplaats Autisme 2.0. Uitdagingen worden besproken en aanbevelingen voor verbetering van de samenwerking worden gedaan.
Het Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme nummer 4, 2023 opent met empirisch onderzoek van Rachel Plak en collega's naar de psychosociale impact van de COVID-19 pandemie op kinderen met autisme. Wat de studie bijzonder maakt, is dat psychosociale uitkomsten van de kinderen van voor de pandemie vergeleken zijn met gegevens verkregen tijdens de lockdown (1 en 2). De resultaten laten een verrassende verbetering zien voor wat betreft hyperactiviteit, gedragsproblemen, problemen met leeftijdsgenoten en prosociaal gedrag. Mogelijk komt dit omdat de COVID-19 pandemie de omgeving voor kinderen met autisme in Nederland heeft verbeterd.
Bij vier volwassen met een autismespectrumstoornis (ASS) werd het beeldende therapieprogramma ‘Zelf in Beeld’ (ZiB) geevalueerd voor wat betreft zelfgevoel, emotieregulatie, fl exibiliteit en sociaal gedrag. Er werd gebruikgemaakt van vragenlijsten, observaties en gesprekken met de cliënt en een naaste tijdens een voor- en nameting. Verschillen in scores op de voor- en nameting werden in kaart gebracht via de Reliable Change Index (RCI). De voorlopige conclusie is dat ZiB bij volwassenen met ASS ingezet kan worden. De kleine onderzoekspopulatie en de ernst van hun comorbiditeitsproblematiek noodzaakt echter tot nader onderzoek.
Met name bij ontregeling kunnen autisme en narcisme op volwassen leeftijd veel op elkaar lijken en daarmee de psychiatrische classificatie bemoeilijken: is het een subtiele vorm van autismespectrumstoornis (inclusief Multiple Complex Developmental Disorder/MCDD), en/of dunnehuidnarcisme? Aan de hand van het psychoanalytisch model over de psychische huid en klinische voorbeelden wordt een poging ondernomen om verschillen tussen autisme en narcisme aan te geven.
De link autismespectrumstoornissen (ASS) en motor coordination disorder (MCD) verdient meer aandacht in de zorg en het onderwijs vanwege zijn sleutelrol in de ontwikkeling van het sociale, emotionele en cognitieve functioneren. In DSM-5 worden motorcoördinatieproblemen bij ASS niet of zijdelings genoemd en in de praktijksituatie ondergediagnosticeerd en weinig in behandeling genomen. Bij ASS wordt de nadruk gelegd op sociale, communicatieve, adaptieve en cognitieve vaardigheden.
Een van de aanbevelingen in de Zorgstandaard Autisme is de naasten van clienten met een autismespectrumstoornis (ASS) ondersteuning te geven in hun behoefte aan kennis en handvatten te geven om met de cliënt om te gaan. Ook is het belangrijk na te gaan hoe je als naaste in emotioneel opzicht goed voor jezelf kunt zorgen. Daarom hebben we een groepsaanbod ontwikkeld voor partners van mensen met autisme genaamd ‘Samen leven op eigen kracht’.
Geachte aanwezigen,
Nadat de titel van deze oratie bekend werd, kreeg ik al snel vragen van mensen met een autismediagnose. ‘Wiens spiegel?’ ‘En waarom achter de spiegel en niet ervoor?’ Aan het eind van deze oratie zal ik antwoord geven op deze vragen. Deze interactie kenmerkt echter ons huidige werk. Vroeger praatten we vooral over autisme, tegenwoordig praten we veel meer met mensen met autisme.
Op basis van literatuuronderzoek, focusgroepen en diepte-interviews kwam naar voren dat gedragsproblemen bij jongeren/jongvolwassenen met autisme samenhangen met een complex aan factoren op micro-, meso- en macroniveau. Dit complex aan factoren, uitgediept in dit artikel, zorgt ervoor dat de doelgroep niet optimaal kan participeren in de samenleving op diverse gebieden zoals scholing en werk.
Onder 1212 volwassen deelnemers met en zonder autisme werd onderzocht of
het hebben van een autismediagnose en de mate van autistische kenmerken voorspellend waren voor het hebben van een autistische partner. De resultaten geven
aan dat autistische deelnemers (12,3%) vaker een autistische partner hebben dan
deelnemers zonder autisme (7%). Dit geldt met name voor autistische vrouwen
(14,5%) vergeleken met autistische mannen (9,1%). De hoeveelheid autistische
trekken blijkt niet voorspellend voor het hebben van een autistische partner.
Binnen de autismegroep is er geen verband tussen het wel of niet hebben van een
autistische partner en relatietevredenheid. Dit verband is wel aanwezig binnen de
vergelijkingsgroep. Meer onderzoek is nodig om partnergelijkenis en de mogelijke gevolgen daarvan te onderzoeken.
Een omvangrijk overzicht van honderden artikelen uit onze vaktijdschriften, diverse boeken en allerhande beleidsdocumenten. Gerangschikt in overzichtelijke categorieën en via een handige zoekfunctie razendsnel beschikbaar.
In de klinische praktijk wordt de term ‘autistische burn-out’ regelmatig gebruikt,
maar het wetenschappelijk onderzoek naar dit fenomeen is tot nu toe beperkt. Deze
bijdrage is een eerste exploratie van de autistische burn-out, gebaseerd op wetenschappelijke literatuur en klinische ervaringen die aangeven dat dit type burn-out
wordt gekenmerkt door uitputting, een verlies van vaardigheden en een toename
van autistische symptomen. De autistische beperkingen vergroten het risico op overbelasting en compliceren het herstel hiervan. Het is belangrijk om oog te hebben
voor deze vaak lang aanhoudende toestand van overbelasting en om de behandeling
aan te passen aan de manier van informatie verwerken die autisme kenmerkt.
Een systematisch literatuuronderzoek werd uitgevoerd in PubMed, Embase en PsycInfo naar interventiestudies die behandeleffecten onderzochten bij kinderen en volwassenen met een autismespectrumstoornis (ASS) en een comorbide obsessief-compulsieve stoornis (OCS). In totaal werden 6594 artikelen geïdentificeerd waarvan, na sequentiële controle van dubbelingen, titel, samenvatting en volledige tekst, acht artikelen voldeden aan de inclusiecriteria: een RCT, vier pre- en poststudies met controlegroep en drie pre- en poststudies zonder controlegroep. Alle studies onderzochten het effect van cognitieve gedragstherapie (CGT), wat over het algemeen effectief blijkt te zijn in de behandeling van mensen met OCS en comorbide ASS. Nader onderzoek is nodig om te bepalen of ASS specifieke aanpassing van de CGT effectiever is in het verminderen van OCS-symptomen dan reguliere CGT.
Dit essay beschrijft genderidentiteit in relatie tot autismespectrumstoornissen en legt de nadruk op de rol van de sociale en emotionele ontwikkeling binnen de genderidentiteit en binnen de interpretatie van uitingen en gedrag. Er wordt betoogd dat deze factor van belang is in de interpretatie, maar ook in de besluiten rond behandeling en mogelijk onomkeerbare behandeltrajecten.
De laatste jaren komt er steeds meer aandacht voor de samenhang tussen autismespectrumstoornis (ASS) en genderdysforie (GD). Onderzoek heeft aangetoond dat mensen met ASS meer gendervariantie laten zien dan mensen zonder ASS. Door de moeilijkheden passend bij ASS (beperkte sociale vaardigheden, problemen op het gebied van informatieverwerking en moeite met veranderingen) lijkt de reguliere GD-behandeling niet voldoende toegerust voor deze specifieke doelgroep. In dit onderzoek willen we meer inzicht krijgen in de klinische behoeften van jongeren met ASS en GD en hun ouders.
In deze bijdrage wordt onderzoek beschreven naar mogelijke risicofactoren voor
het ontstaan van gedragsproblemen bij mensen met zowel een verstandelijke
beperking als met een auditieve beperking. Omdat een stoornis binnen het
autismespectrum
bij deze groep mensen regelmatig wordt gediagnosticeerd
werd tevens onderzocht of deze comorbiditeit een van de risicofactoren is.
Gehechtheid speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van een kind. De kwaliteit van de gehechtheidsrelatie is gekoppeld aan de sensitiviteit van de ouder. Bij kinderen met autisme speelt gehechtheid ook een heel belangrijke rol in de ontwikkeling en de effecten van de gehechtheidsrelatie zijn bij kinderen met ASS nog veel sterker. Door verhoging van de sensitiviteit voor autisme bij ouders, ervaren zowel ouders als kinderen positieve effecten in interactie en ontwikkeling.
Helaas is er een drukfout in het artikel ASS of onveilige hechting bij volwassenen van Nanda Tak geslopen. Het figuur op pagina 20 klopt niet.
In de afgelopen elf jaar is in Nederland de term ‘autismevriendelijk’ in zwang
gekomen als aanduiding voor diensten of organisaties die claimen geschikt te
zijn voor mensen met autisme. Het artikel beschrijft
de conceptuele geschiedenis van hoe de term ‘autismevriendelijk’ in 2009 in
Nederland werd geïntroduceerd en in vijf jaar tijd uitgroeide tot een term met
landelijke bekendheid.
In dit artikel wordt de rol van de regiebehandelaar in de hulpverlening aan volwassenen met een autismespectrumstoornis (ASS) onder de aandacht gebracht en gerelateerd aan het model kwaliteitsstatuut ggz (2018) en de Zorgstandaard Autisme (2017).
Mensen met een autismespectrumstoornis (ASS) ervaren vaak problemen bij het
behouden van een baan, terwijl de wil om te werken er is, zo ook de capaciteiten
en vaardigheden voor een goede uitvoering van het werk. Het langlopende
Philips Werkgelegenheidsplan (WGP) probeert mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt naar regulier werk te begeleiden. Philips is zich in toenemende
mate gaan toespitsen op mensen met ASS.
Er bestaan verschillende interventies om het inlevend vermogen, ook wel ‘Theory
of Mind’-vaardigheden genoemd, bij kinderen met autismespectrumstoornis
(ASS) te verbeteren. In deze bijdrage werden kinderen met ASS (7-12 jaar oud; n =
140) random toegewezen aan een wachtlijstcontrole of ToM-training waarbij acht
weken lang groepslessen werden aangeboden waarin vaardigheden aan bod kwamen
zoals emotieherkenning, verbeelding, begrijpen van misleiding en humor.
In deze special issue met als thema ‘Zelfstandigheid en weerbaarheid’ worden de
resultaten van een aantal van deze werkgroepen en projecten beschreven. Deze bijdragen
zijn illustratief voor de uiteenlopende methoden die gebruikt zijn om de gezamenlijke
doelstelling te behalen.
Het is niet het meest voor de hand liggende koppel – autisme en humor – maar
ze lijken elkaar eindelijk gevonden te hebben, tenminste als we af gaan op de
manier waarop autisten – of beter, personages die zich ergens op het autistisch
spectrum bevinden – de laatste jaren steeds vaker worden afgebeeld in romans,
films en sitcoms.
Als we praten over autisme lijkt het of we intuïtief aanvoelen wat we met die term bedoelen. Toch heeft het autisme meerdere betekenislagen die elkaar niet noodzakelijk geheel overlappen. Leo Kanner beschreef autisme als een ontwikkelingsstoornis uit de kindertijd. Voor Hans Asperger was het een levenslange persoonlijkheidspathologie.
De begeleiding van leerlingen met autisme in het voortgezet onderwijs | Multiple Complex Developmental Disorder in de volwassenheid: een psychodynamische invalshoek | Nederlandse hertaling van de PEERS-training | Ervaringsdeskundigen en professionals: betekenisvol samenwerken | Empathie bij vrouwen en mannen met een autismespectrumstoornis
Helaas is er een drukfout in het artikel Empathie bij vrouwen en mannen met een autismespectrumstoornis van M.E. Akkermans, D.A.C. Pieper de Vries, C.J.H.H. Schoenmakers en G.E. van Son geslopen. De tekst op pagina's 9 t/m 11 klopt niet.
Empathie bij vrouwen en mannen met een autismespectrumstoornis | Autisme en omgaan met onzekerheid | Hoogfunctionerend autisme en automatisering | Voorbij de diagnose | Autisme en ernstige psychiatrische aandoeningen: bij wie hoort die patiënt? | De werking van oxytocine bij autisme
Autisme en anorexia bij volwassenen | Ego’s, ouders en profeten: een kleine geschiedenis van het autisme | Psychotherapie voor depressie bij volwassenen met autisme | Beïnvloeding van sociaal gedrag bij adolescenten met autisme | Moeilijke eters met autisme | DSM-5 en gebruik van de ernstscores bij ASS | Kinderen van ouders met autisme
De diagnose autismespectrumstoornis op latere leeftijd | Incontinentie en autisme – onderbelicht maar behandelbaar | Hoe de classificatie autisme haar essentie verloor | De neurobiologische rol van autismegerelateerde eiwitten
Vrouwen met autisme van Bronja Prazdny | Katatonie bij autisme: de rol van elektroconvulsietherapie | Tinbergens ethologische benadering van autisme | Dramatherapie en autisme: een pilotstudie
Sinds begin 2017 geeft Uitgeverij SWP het Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme (WTA) uit. Dit unieke Nederlandse tijdschrift behandelt onderwerpen die je nooit en te nimmer op andere wijze tegen zou komen in de Amerikaanse vakliteratuur en is geschikt voor een ieder die affiniteit heeft met of interesse heeft in autisme.
Darmproblemen bij verstoorde breinontwikkeling | Longitudinaal onderzoek naar de emotionele
en sociale ontwikkeling van baby’s | Gedeelde en unieke oorzaken van autisme en
attention deficit/hyperactivity disorder | Autismescreening op de kleuterschool? | De autistische therapeut, Ryan Tebbit (2016) | Hoe Daan zijn probleemgedrag achter zich liet
Allochtone kinderen met autisme | Kinderen met autisme binnen het regulier basisonderwijs | Cognitieve veroudering bij volwassenen met autisme | Een vierluik op mindfulness bij autisme | Sterkte en zwakte diagnostiek bij (het vermoeden van) hoogbegaafdheid plus autisme | De autistische therapeut, Ryan Tebbit (2016) | Hoe Daan zijn probleemgedrag achter zich liet
Ervaringen en aanbevelingen van jongeren met autisme, ouders en professionals bij de transitie naar volwassenenpsychiatrie | Een beetje boos is okay; emotie regulatie bij kinderen met autisme | De VSCG: De ontwikkeling van een vragenlijst voor het meten van vroeg sociaal communicatief functioneren bij zeer jonge kinderen met autisme | Gefocust op behoud van werk en toch een brede blik: Kwalitatieve evaluatie van een arbeidsrehabilitatie-programma voor werknemers met autisme
Miscommunicatie in de hersenen? Autisme vanuit een neurobiologisch perspectief | De effectiviteit van sociale vaardigheidstraining bij volwassenen met een autismespectrumstoornis | Nationaal Autisme Congres 2016 | Een autismespectrumstoornis bij dubbele-diagnosepatiënten: een verkennend onderzoek door middel van screening | Van zwijgzaam jongensgedrag tot een lichte vorm …
Netwerk in Actie (NiA): het sociaal netwerk in de behandeling van mensen met autisme | De rol van empathie in het omgaan met mensen met een cognitief-emotionele beperking | Een executieve functietraining voor kinderen met autisme | De Nederlandse Empathie Quotiënt (EQ) en Systematiseren Quotiënt (SQ) | Psychodiagnostiek van een autismespectrumstoornis bij volwassenen: DSM-5-classificatie en diagnose in context Netwerk …